Combinatievijver

Bookmark and Share Onder de term combinatievijver kunnen twee soorten vijvers worden verstaan: de vijver met vissen en planten in hetzelfde water, of een visvijver welke apart in contact staat met een plantenvijver. Meer informatie over de eerste soort vindt u onder het kopje gemengde vijver. Op deze pagina zullen wij de laatstgenoemde vorm bespreken.

Een combinatievijver is vooral bedoeld voor visvijvers welke geen planten bevatten. Vissen produceren afvalstoffen. Hoe groter de vijver, hoe meer vissen er in kunnen, hoe meer afvalstoffen. Een grote vijver, of een vijver met veel en/of grote vissen, is dus moeilijk schoon te houden door alleen een mechanische filter. Hoe sterk of groot de filter ook is, deze zal nooit het zelfde resultaat kunnen bereiken als (zuurstof)planten dat kunnen.

Wanneer planten geen optie zijn omdat de vissen, zoals koi karpers, deze opeten, is de combinatievijver een goede oplossing. Vlak naast de visvijver wordt een tweede vijver aangelegd. Deze vijver staat door middel van een beekje, overgang of waterval in contact met de visvijver. De vissen kunnen de aangrenzende vijver niet betreden.
In de aangrenzende vijver worden moeras- en zuurstofplantjes geplaatst. Nadat het water uit de visvijver door de mechanische filter is gegaan, komt het in deze plantenvijver terecht. De planten nemen voedingstoffen op uit het vijverwater, en zetten zuurstof af in het water. Dit zuurstofrijke, heldere water stroomt vervolgens terug de visvijver of koivijver in. Dit natuurlijke filtersysteem wordt ook wel een helofytenfilter genoemd.

De combinatievijver houdt het biologisch evenwicht in de vis- of koivijver optimaal. Daarnaast geeft de combinatievijver een natuurlijke uitstraling aan een vijver waarin zich alleen vissen bevinden. Veel moeras- en waterplanten hebben een bloeiperiode. Deze planten verfraaien de vijver aanzienlijk. Een welbekend en geliefd voorbeeld is de waterlelie. Deze is tegenwoordig in verschillende maten en kleuren verkrijgbaar.

Om een ideaal evenwicht te creëren, dient de visvijver minimaal 80 cm diep te zijn, een geschikte filter te bevatten en niet te veel vissen te herbergen. Koivijvers dienen minimaal 150 cm diep te zijn willen de vissen de winter overleven. Een luchtpomp is ook belangrijk: deze houdt het oppervlaktewater open bij vrieskou. Ten alle tijden dient de vijver een schaduwplek te hebben, zodat de vissen daar koeler water op kunnen zoeken.

De aangrenzende plantenvijver is aangelegd in verschillende dieptes, zodat verschillende planten goed gedijen. Op de horizontale delen van de vijverbodem wordt een ‘biologiedrager’, zoals substraat aangebracht. Hierin leven bacteriën die afvalstoffen sneller helpen omzetten in plantenvoeding, wat de filtering en groei van de planten bevordert..

Het aanleggen van een combinatievijver is een goede manier om vijverwater helder te houden en van voldoende zuurstof te voorzien. Bovendien geeft het de vijver een natuurlijke uitstraling en de verschillende planten geven een aangenaam, kleurrijk effect.